‏ Psalms 38


Het is werkelijk waar:
zij die door God gezegend zijn,
mogen in het land wonen en het bezitten.
Maar wie Hij vervloekt,
wordt vernietigd.

1 Als de Here instemt met iemands wijze van leven,
zal Hij hem bevestigen in alles wat hij doet.

2 Als zo iemand valt,
stort hij niet naar beneden,
omdat de Here zijn hand vasthoudt.

3 Gedurende mijn hele, lange leven
heb ik nog nooit een oprecht iemand gezien
die door de Here werd verlaten.
En ook diens kinderen ontbrak het aan niets.

4 Zo iemand bekommert zich om anderen
en geeft wat nodig is,
ook zijn kinderen helpen waar dat nodig is.

5 Houd u ver van het kwaad en doe wat goed is,
want dan zult u altijd in dit land kunnen wonen.

6 De Here heeft oprechtheid lief
en Hij zal zijn volgelingen nooit in de steek laten.
Hij zal hen altijd bewaren en beschermen.
Maar de goddelozen vernietigt Hij.

7 De oprechte mensen mogen het land in bezit nemen
en er altijd blijven wonen.

8 De oprechte mens spreekt wijze woorden
en alles wat hij zegt, is eerlijk.

9 In alles geldt voor hem de wet van God.
Hij raakt nooit uit zijn evenwicht.

10 De goddeloze zoekt naar een gelegenheid
om de oprechte mens te vermoorden.

11 De Here laat dat niet toe.
De Here zorgt ervoor dat hij,
als hij voor de rechter moet verschijnen,
niet wordt veroordeeld.

12 Zie onder alles uit naar de Here
en blijf op zijn weg.
Dan zal Hij u uitkiezen om het land in bezit te nemen
en er altijd te wonen,
en u zult de vernietiging van de goddelozen meemaken.

13 Ik zag eens een goddeloos mens.
Het leek heel wat
en hij breidde zich uit als een grote woekerplant,

14 maar opeens was hij weg.
Ik zocht nog naar hem,
maar kon hem niet vinden.

15 Kijk maar eens naar de gelovige
en let op de oprechte mens:
vredelievende mensen hebben de toekomst.

16 De zondaars worden echter allemaal vernietigd,
ook hun kinderen hebben geen toekomst.

17 Maar de redding van de oprechten komt van de Here,
Hij beschermt hen in moeilijke tijden.

18 De Here helpt hen ontkomen aan de goddelozen
en bevrijdt hen.
Dat komt doordat zij bij Hem schuilen.

19

Een psalm van David, ter overdenking.

20
21 Och Here, straf mij niet
in het vuur van uw toorn!

22 Uw pijlen hebben mij geraakt
en uw hand drukt op mij.
Copyright information for NldHTB