Song of Solomon 1
ik zag in dat geen mens Gods werk hier op aarde kan begrijpen. Zelfs de meest wijze man, die zegt dat hij het begrijpt, vergist zich. 1Ieder deelt in hetzelfde lot
2Ook dit onderzocht ik grondig: het feit dat gelovige en wijze mensen afhankelijk zijn van Gods wil, niemand weet of hij liefde of haat zal ontmoeten. Men weet niets van tevoren. 3Iedereen krijgt te maken met dezelfde ervaringen, of hij nu goed of slecht, godsdienstig of niet godsdienstig, werelds of gelovig is. 4Ieder deelt in hetzelfde lot en dat lijkt onrechtvaardig. Daarom doen de mensen slechte en dwaze dingen en kiezen zij hun eigen onverstandige weg, want het ontbreekt hun aan hoop, het enige dat de toekomst hun brengt, is de dood. 5Er bestaat alleen hoop voor de levenden. U kunt beter een levende hond dan een dode leeuw zijn! 6Want de levenden weten tenminste dat zij op zekere dag zullen sterven. Maar de doden weten van niets, zij hebben geen loon meer te verwachten. Er wordt niet meer aan hen gedacht. 7Wat zij tijdens hun leven deden—liefhebben, haten, benijden—is al lang vergeten en zij hebben niets meer van doen met wat hier op aarde gebeurt. 8Ga daarom maar gewoon door met eten en drinken en wees er blij mee, want zo heeft God het altijd al gewild. 9Draag feestkleren en zorg dat u er goed verzorgd uitziet. 10Geniet van een gelukkig leven met de vrouw van wie u houdt gedurende de dagen van uw voorbijglijdende leven, want dat komt u toe in dit leven, bij alle moeite die u zich op aarde getroost. 11Benut alle mogelijkheden die je krijgt om iets te doen, want in de dood waar u naartoe gaat, bestaat geen werk, geen voorbereiding, geen weten en geen begrijpen. 12Opnieuw keek ik over de aarde en ik zag dat de snelste man niet altijd de wedstrijd wint, dat de sterkste niet altijd als overwinnaar uit de strijd komt, dat wijze mensen vaak arm zijn en mensen met grote vaardigheden niet als vanzelfsprekend beroemd zijn. Alles komt neer op geluk, op het juiste moment op de juiste plaats zijn. 13Een mens weet nooit wanneer hem iets zal overkomen. Hij is als een vis die in het net wordt gevangen en als een vogel die in een strik komt vast te zitten. 14Bij het observeren van het menselijke maakte ook het volgende een diepe indruk op mij: 15een klein stadje met slechts enkele inwoners werd belegerd door een koning met zijn leger. 16In dat stadje woonde een wijze, arme man, die wist wat er moest gebeuren om de stad te redden, maar niemand dacht eraan hem om raad te vragen. 17Toen besefte ik dat men de arme wijze veracht en niet naar hem luistert, ook al is wijsheid beter dan kracht.
Copyright information for
NldHTB